We zijn op weg naar kerstmis. Op deze weg komt er steeds meer licht. Licht verdrijft de duisternis, helpt ons bij het vinden van de juiste richting. Op deze 2de zondag van de advent wordt het licht reeds sterker. In deze voorbereiding lezen we hier een overweging bij de kaarsen voor de adventskrans.
Vier kaarsen voor de advent

Adem
Een kaars om op adem te komen: snoeien in de eigen drukdoenerij, de dingen vermijden die ons afleiden van onze idealen. Worden zoals Maria, luisteren naar een engel die ons nieuwe toekomst kan wijzen. Laat ons de stille wijsheid uitspreken: nieuwe adem krijgen, herboren worden.
Ruimte
Een kaars om ruimte te scheppen: onze eigen ontvankelijkheid vergroten voor eenzame buren, voor zieke familieleden, voor collega’s in depressie, voor mensen aan de rand van de samenleving. Worden zoals de profeet Johannes de Doper. Protesteren – samen-met-anderen – tegen onrecht. Armoede uitsluiten is gezamenlijke inzet. Vrede vraagt een bijdrage van ieder mens.
Geduld
Een kaars om te groeien in geduld en hoop. Ons steriele klagen verminderen over wat er bij anderen fout loopt, komen met een voorstel, zoeken naar persoonlijke en structurele verandering, worden zoals de profeet Jesaja ten tijde van de joodse ballingschap, mensen moed inspreken, mensen helpen vechten tegen berusting en bitterheid, mensen hefbomen geven om dingen en mensen te bewegen. Verandering gebeurt met kleine middelen, doorbraak van vernieuwing komt: hoe dan ook.
Licht
Een kaars om licht te laten schijnen in de samenleving, licht voor mensen in een donkere tunnel, licht voor mensen-in-onrecht veraf. Doen zoals die goddelijke mens Jezus. Gaan naar mensen en groepen, open en begaan met rechtvaardigheid en duurzaamheid, bij hen binnengaan, zwijgen, aandachtig luisteren en ze sterk maken. Ontmoeting is licht, verbondenheid verlicht.
Jean-Paul Vermassen
O Heiland, kom
O, Heiland kom, de wereld wacht,
kom tot ons Heer, en toon uw kracht.
Daal nu vanuit de hemel neer.
Kom tot uw volk en red ons Heer
Heer, kom, Gij zijt de dageraad,
ons Eeuwig Licht, dat nooit vergaat.
Gij zijt de Zon die leven is,
verdrijf voorgoed de duisternis.
Kom, Eeuwig Woord, Emmanuël,
verlos uw volk, uw Israël.
Heer, leid uw volk, door U bevrijd,
tot aan uw komst in majesteit.

Wij bidden om advent
Er was een tijd dat de mensen in korte dagen bij het schemerlicht, en bij het half-open deksel van de stoof, niets anders deden dan verlangen naar de lente en het lengen van de dagen.
Nu scheppen wij iets van dezelfde sfeer met dimmer en gekleurde kaarsen. Maar ons verlangen is zoveel meer, reikt zoveel verder dan de lente en het lengen van de dagen.
Wij verlangen, in de duistere berichten van de laatste dagen naar een land en naar een leven zonder angst en zonder leugen. Laat morgen al het duister opgehelderd zijn, de diepste oorzaken ervan gekend, de juiste besluiten en oordelen geveld, zodat ons land, gezond herademt.
Er zit in elke duisternis een eigen dynamiek. Onweerstaanbaar groeit de morgen uit de nacht, de lente uit de winter. Zo heeft God zijn schepping uitgedacht. Diezelfde rusteloze dynamiek zit in de verdwazing van de mensen. Onweerstaanbaar groeit bij elke ongerechtigheid een onbehagen en een weerstand en die rebelse wil om eindelijk en voorgoed gerechtigheid te maken.
Wij bidden om advent: om Licht dat groter is dan ’t licht van mensen en om Liefde uit den hoge, schoner dan de lente.
Manu Verhulst
Malvine, liturgische ploeg Pellenberg